Je verwacht een kindje en je geluk kan niet op. Maar tegelijk roept deze belangrijke gebeurtenis ook een resem vragen op rond je werk. Als toekomstige ouder heb je rechten maar moet je ook, net als je werkgever, een aantal regels naleven.
Wanneer moet ik mijn werkgever op de hoogte brengen?
Zo snel mogelijk om te genieten van de bescherming tegen ontslag. Ten laatste zeven weken vóór de vermoedelijke geboortedatum moet je aan je werkgever een medisch attest bezorgen dat de zwangerschap bewijst en de vermoedelijke geboortedatum aangeeft.
Mag ik tijdens mijn zwangerschap overuren presteren?
Neen. Als je zwanger bent (of borstvoeding geeft), mag je geen overuren doen, dit wil zeggen langer werken dan negen uur per dag of langer dan de wekelijkse arbeidsduur in de onderneming.
Bestaan er werken die verboden zijn als ik zwanger ben?
Ja. De wet verbiedt het uitvoeren van werken die jouw gezondheid en die van je kind in gevaar kunnen brengen. Meer bepaald mag je niet:
- blootgesteld worden aan giftige producten;
- manueel laden en lossen tijdens de drie laatste maanden van de zwangerschap en in de negende en tiende week na de bevalling;
- werken in temperaturen boven de 30°C;
- manuele grond- en graafwerken verrichten;
- werken in caissons met samengeperste lucht.
Wat moet mijn werkgever dan doen?
Vanaf het moment dat je werkgever op de hoogte is van je zwangerschap of borstvoeding moet hij:
- hetzij de arbeidsomstandigheden tijdelijk aanpassen;
- hetzij een andere werkpost voorzien die in overeenstemming is met je toestand;
- hetzij de uitvoering van de arbeidsovereenkomst opschorten.
Mag mijn werkgever me ontslaan tijdens de zwangerschap?
Wanneer je zwanger bent, geniet je een bijzondere bescherming en je zwangerschap mag in geen enkel geval aanleiding zijn tot ontslag. De bescherming tegen ontslag begint vanaf het ogenblik dat je je werkgever hebt meegedeeld dat je zwanger bent en je dat kunt bewijzen (met een aangetekend schrijven of in het bijzijn van een getuige). Deze ontslagbescherming loopt tot een maand na het postnataal verlof (met inbegrip van de verlengingen).
Je werkgever kan je echter wel ontslaan om dringende redenen die vreemd zijn aan je lichamelijke toestand. Wanneer je toch wordt ontslagen, kan je dit ontslag betwisten. Je werkgever moet dan bewijzen dat er geen verband was met de zwangerschap. De rechtbanken aanvaarden doorgaans enkel zwaarwichtige redenen.
Ook tijdens je ouderschapsverlof geniet je een speciale ontslagbescherming. Die bescherming geldt vanaf het ogenblik dat je je ouderschapsverlof aanvraagt tot drie maanden na afloop van het verlof.
Sinds kort hebben ook vaders en meemoeders - de vrouwelijke partner van de moeder van het kind - recht op zo’n bescherming van drie maanden wanneer ze hun ouderschapsverlof opnemen.
Hoelang duurt het moederschapsverlof?
De totale duur van het moederschapsverlof bedraagt 15 weken (17 weken voor een meerling).
Wat het prenataal verlof (vóór de bevalling) betreft, heb je recht op:
- vijf weken facultatief (die je gedeeltelijk of volledig kan overdragen naar het postnataal verlof);
- één week verplicht (als je dit verlof niet opneemt, kan het niet worden opgenomen na de geboorte).
Het postnataal verlof telt negen weken verplicht na de geboorte (plus de eventuele overdracht van vijf weken prenataal verlof).
Verlengen feestdagen mijn zwangerschapsverlof?
Je behoudt het recht op loon voor de feestdagen die binnen de eerste 30 kalenderdagen van je zwangerschapsverlof vallen.
Wat gebeurt er als ik ziek word tijdens mijn zwangerschap?
Als je ziek wordt vóór de periode van zes weken van het prenataal verlof, zijn de regels van toepassing die voor elke ziekte gelden. Zelfs als de ziekte rechtstreeks verband houdt met de zwangerschap.
De regelgeving laat je toe om de dagen waarop je hebt gewerkt tijdens het facultatief prenataal verlof over te dragen naar het postnataal verlof.
Wat gebeurt er als je ziek wordt tijdens de zes weken prenataal verlof?
Sinds 1 maart 2020 werd de lijst van periodes van inactiviteit die gelijkgesteld worden met werk uitgebreid tot de ziektedagen. Ook als je van het werk verwijderd moest worden omwille van je zwangerschap, worden deze dagen van verwijdering gelijkgesteld met werk.
Dit betekent dat als je, vanaf 1 maart 2020, facultatieve verlofdagen zou hebben “verloren” door ziekte of verwijdering van het werk, je ze kan recupereren door ze over te dragen naar het postnataal verlof.
Welke formaliteiten moet ik vervullen?
Zodra je zwanger bent moet je een medisch attest opsturen naar je werkgever.
Bij het begin van het zwangerschapsverlof (ten vroegste zeven weken vóór de geboorte) moet je:
- je werkgever op de hoogte brengen van de datum waarop je wenst te stoppen met werken ingevolge de zwangerschap;
- een medisch attest bezorgen aan het ziekenfonds dat je een inlichtingenformulier terugstuurt dat jij en je werkgever moeten invullen. Dit inlichtingenformulier moet je zo snel mogelijk terugsturen naar het ziekenfonds: het dient als basis voor het uitbetalen van het kraamgeld.
Als het moederschapsverlof plotseling aanvangt (wegens een incident in verband met de zwangerschap of als je baby te vroeg geboren wordt), moet je onmiddellijk een medisch attest opsturen naar je werkgever en naar het ziekenfonds;
Bij het hervatten van het werk (binnen de acht dagen na het einde van het moederschapsverlof) moet je het ziekenfonds op de hoogte brengen van je werkhervatting (je werkgever moet een attest afleveren).
Hoe wordt het kraamgeld berekend?
Tijdens het kraamverlof (15 weken in totaal of 17 weken voor een meerling) betaalt het ziekenfonds kraamgeld. Voor de eerste 30 dagen bedraagt het kraamgeld 82% van het niet-geplafonneerd brutodagloon. Vanaf de 31ste kalenderdag wordt dit 75% van het begrensde brutodagloon.
Heb ik recht op borstvoedingspauzes?
Wanneer je opnieuw aan de slag gaat na je moederschapsverlof, heb je recht op borstvoedingspauzes om je kind borstvoeding te geven of melk af te kolven.
De borstvoedingspauze duurt een half uur.
- Als je minder dan 7,5 uur per dag werkt, heb je recht op één pauze.
- Als je minstens 7,5 uur per dag werkt, heb je recht op twee pauzes.
Je hebt recht op borstvoedingspauzes tot negen maanden na de geboorte van je kind.
De pauzes worden niet vergoed maar je hebt wel recht op een vergoeding betaald door het ziekenfonds.
Om hiervan te kunnen genieten, moet je een akkoord sluiten met je werkgever waarin wordt vastgelegd op welke tijdstippen de borstvoedingspauzes worden genomen. Je moet ook het bewijs leveren dat je borstvoeding geeft. Dit bewijs moet iedere maand worden geleverd door een attest van een consultatiecentrum voor zuigelingen of door een medisch attest.
Je bent in deze periode ook beschermd tegen ontslag.
Mijn partner gaat bevallen, waar heb ik recht op?
Vaders hebben sinds 1 januari 2021 het recht om 15 dagen geboorteverlof te nemen. In 2023 wordt dit 20 dagen. Je moet deze dagen opnemen binnen de vier maanden te rekenen vanaf de dag van de bevalling: de eerste drie dagen zijn ten laste van je werkgever, de twaalf volgende dagen worden je door je ziekenfonds vergoed.
De meeouder (de vrouwelijke partner van de moeder of de mannelijke partner die het kind niet erkend heeft) kan onder bepaalde voorwaarden genieten van dit geboorteverlof.
Ik adopteer een kind, heb ik recht op adoptieverlof?
Als je een minderjarig kind adopteert, heb je recht op een individueel krediet van maximum zes weken adoptieverlof. Dit krediet van zes weken adoptieverlof is niet overdraagbaar naar de andere adoptieouder.
Een voorbeeld:
Wanneer een koppel, waarvan beiden werknemer zijn, een minderjarig kind adopteert, dan hebben zij allebei recht op een individueel krediet van maximum zes weken adoptieverlof. Dit krediet is niet overdraagbaar van de ene naar de andere adoptieouder.
Voor een kind met een handicap kan dit individuele krediet worden verdubbeld.
Het individueel krediet kan met twee weken worden verlengd bij gelijktijdige adoptie van meerdere minderjarige kinderen (niet verdubbeld bij gelijktijdige adoptie van minderjarige gehandicapte kinderen).
Het adoptieverlof van maximum zes weken per adoptieouder wordt als volgt opgetrokken voor de betrokken ouder of voor beide ouders samen:
- + met één week vanaf 1 januari 2019;
- + met twee weken vanaf 1 januari 2021;
- + met drie weken vanaf 1 januari 2023;
- + met vier weken vanaf 1 januari 2025;
- + met vijf weken vanaf 1 januari 2027.
Om aanspraak te kunnen maken op de bijkomende weken moet telkens cumulatief voldaan zijn aan twee voorwaarden. Je moet allereerst je aanvraag hebben ingediend ten vroegste vanaf de bedoelde datum (nl. 1 januari 2019, 1 januari 2023, 1 januari 2025 en 1 januari 2027) bij de werkgever. Daarnaast kan het aangevraagde adoptieverlof ten vroegste ingaan vanaf diezelfde datum.
In geval van twee adoptieouders moeten de bijkomende weken onderling tussen hen worden verdeeld.
Wanneer er twee adoptieouders zijn, moet de werknemer die deze bijkomende weken wenst op te nemen uiterlijk op het ogenblik waarop het adoptieverlof ingaat aan zijn werkgever een verklaring op eer bezorgen die, al naargelang het geval, de verdeling van deze weken tussen de twee adoptieouders of de toewijzing van deze week of weken aan de enige adoptieouder die van dit recht gebruik maakt, vastlegt.
Een voorbeeld:
Wanneer een koppel, waarvan beide werknemer zijn, een minderjarig kind adopteert, dan hebben zij allebei recht op een individueel krediet van maximum zes weken adoptieverlof. Vanaf 1 januari 2019 wordt dit individueel krediet opgetrokken met één week voor de betrokken ouder of voor beide ouders samen. Ingeval het kind op 1 april 2019 wordt ingeschreven als deel uitmakend van het gezin van de werknemers in het bevolkingsregister en beide werknemers op 3 april 2019 een aanvraag bij hun werkgever zouden indienen voor de opname van adoptieverlof vanaf 6 mei 2019, dan zal één van hen maximum zes weken adoptieverlof kunnen aanvragen en de andere maximum zeven weken (individueel krediet van zes weken + één bijkomende week te verdelen onder de adoptieouders). De werknemer die gebruik wil maken van de bijkomende week zal hiertoe een verklaring op eer moeten bezorgen aan zijn werkgever waarin wordt vastgelegd dat de bijkomende week aan hem wordt toegewezen.
Je werkgever mag je niet ontslaan als je gebruik maakt van je recht op adoptieverlof gedurende een periode die ingaat twee maanden vóór de opname van dit verlof en eindigt één maand na het einde ervan, behalve om redenen die losstaan van de opname van het adoptieverlof.
Tijdens de eerste drie kalenderdagen van het adoptieverlof behoud je je normale loon ten laste van je werkgever.
Tijdens de rest van het adoptieverlof ontvang je geen loon, maar wordt je een uitkering toegekend via de uitbetalingsinstellingen van de verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen (ziekenfondsen).