Het zwangerschapsverlof wordt bij ziekte, verwijdering of tijdelijke werkloosheid niet langer ingekort. De wet rond de regels voor zwangerschapsverlof is aangepast. Aanstaande mama’s kunnen nu allemaal genieten van de volledige 15 weken zwangerschapsverlof, zelfs als ze ziek of tijdelijke werkloos worden vóór de bevalling.
Zwangere werkneemsters hebben recht op 6 weken prenataal verlof (verlof vóór de geboorte van het kind) en 9 weken postnataal verlof (verlof vanaf de geboorte van het kind). De laatste week voor de vermoedelijke bevallingsdatum is een week verplicht verlof (5 weken facultatief prenataal verlof + 1 verplichte week + 9 weken postnataal verlof).
Vroeger hadden vrouwen die arbeidsongeschikt waren, volledig van het werk verwijderd of tijdelijk werkloos waren tijdens de 6 weken vóór de bevalling slechts recht op 9 weken postnataal verlof alvorens ze het werk moesten hervatten. Vrouwen die tot 1 week vóór hun bevalling werkten, konden daarentegen het prenataal verlof uitstellen als ze dat wensten en dus een volledig zwangerschapsverlof opnemen (5 weken facultatief prenataal verlof + 1 verplichte week + 9 weken postnataal verlof) alvorens ze weer aan de slag gingen.
Dit was een onrechtvaardige situatie.
De wet die de periodes wijzigt die tijdens het prenataal verlof vallen en die kunnen worden meegeteld voor de verlenging van het bevallingsverlof werd goedgekeurd in het parlement, maar moet nog worden gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
Deze wet voorziet een aantal aanpassingen om de nadelige gevolgen van tijdelijke werkloosheid als gevolg van het coronavirus en ziekte voor zwangere werkneemsters te verzachten.
De lijst van periodes van inactiviteit die met werk worden gelijkgesteld wordt als volgt uitgebreid:
- tot tijdelijke werkloosheid wegens overmacht;
- tot tijdelijke werkloosheid wegens gebrek aan werk als gevolg van economische factoren, voor de bedienden (voor de arbeiders werd de gelijkstelling al toegepast);
- tot arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of ongeval;
- tot de volledige verwijdering van het werk in het kader van het profylactisch verlof.
Deze nieuwe maatregelen zijn uiteraard ook van toepassing op het recht op uitkeringen ten laste van het ziekenfonds.
De werkneemster die zich in één van deze situaties bevindt tijdens haar prenataal verlof zal nu haar postnataal verlof kunnen verlengen met deze periode.
Deze wet treedt in werking op 1 maart 2020. Dit betekent dat werkneemsters die sinds 1 maart 2020 om een van deze redenen hun dagen facultatief verlof “verloren” hadden, deze alsnog kunnen recupereren. De werkneemsters zullen dan wel moeten kunnen aantonen dat ze het facultatief prenataal verlof niet vrijwillig wilden opnemen.
Wat als het postnataal verlof voorbij is en de werkneemster het werk heeft hervat of tijdelijk werkloos is wanneer de wet wordt gepubliceerd?
Als de werkneemster het werk of haar tijdelijke werkloosheid al hervat heeft na haar zwangerschapsverlof, ongeacht de duur ervan, kan ze jammer genoeg geen eventueel verloren prenataal verlof recupereren. De wet laat dit niet toe en dit zelfs als de werkneemster slechts 9 weken postnataal verlof heeft.
Wat met de extra week postnataal verlof als de werkneemster het hele prenatale verlof ziek was?
Vroeger kon het postnataal verlof met een week worden verlengd als de zwangere werkneemster ziek was tijdens het hele facultatieve prenatale verlof.
Deze maatregel wordt nu afgeschaft.
De wet heeft evenwel een overgangsmaatregel voorzien wanneer een deel van het facultatief prenataal verlof vóór 1 maart 2020 viel.
In dat geval kunnen werkneemsters die ziek waren tijdens de hele periode van facultatief prenataal verlof, maar die minder dan vier van de vijf weken facultatief verlof kunnen overdragen, (of zes van de acht bij de geboorte van meerlingen) nog een bijkomende week postnataal verlof aanvragen.